Tijdens mijn lessen probeer ik zoveel mogelijk vanuit leerdoelen te werken. Hierbij maak ik nog wel steeds gebruik van een methode, maar is de methode niet meer bepalend. Aan het begin van de les laat ik (bijna) altijd het leerdoel zien aan de leerlingen en leg ik uit wat het leerdoel inhoudt.
Gebruik van de sleutelhanger
Mijn instructie tijdens de les is gericht op het leerdoel. Afgelopen les ging het over interpoleren en extrapoleren bij tabellen. Beide onderdelen heb ik uitgelegd met behulp van een voorbeeld.
Vervolgens heb ik de leerlingen een opdracht hierover laten maken. Hiervoor kregen ze een paar minuutjes de tijd en daarna heb ik met behulp van een meerkeuze vraag de leerlingen laten aangeven wat het juiste antwoord is. De antwoorden die niet juist zijn, zijn niet willekeurig gekozen. Ik heb de (foute) antwoorden bepaald door fouten te maken die leerlingen zouden kunnen maken. Op deze manier weet ik welke fout een leerling heeft gemaakt bij een bepaald antwoord. Daarna heb ik de vraag met de leerlingen samen uitgewerkt om te bekijken wat het juiste antwoord is.
Een andere mogelijkheid zou zijn om twee leerlingen (met een verschillend antwoord) uit te kiezen en ze de uitwerking op het bord te laten schrijven. Vervolgens ga je samen met de leerlingen bekijken waar het verschil zit in de uitwerkingen en waar het dan mis is gegaan. Hiervoor is het wel belangrijk dat het maken van fouten in de klas geaccepteerd is en veilig voelt voor de leerling.
Afsluiting van de les
Aan het einde van de les heb ik het leerdoel op het bord opnieuw laten zien en de leerlingen gevraagd waar ze nu staan ten opzichte van het leerdoel. Groen; ik beheers dit, oranje; ik vind het nog lastig, maar begrijp het nu wel, rood; het is nog niet gelukt / ik beheers dit nu nog niet. Als vervolgvraag heb ik daarbij aan de leerlingen die een oranje en rood kaartje hadden gevraagd of er nog extra uitleg nodig is de volgende les (groen) of dat ze het eerst zelf willen proberen en verwachten dat het wel gaat lukken (oranje).
Hierdoor weet ik wat waar de leerlingen behoefte aan hebben. Wel belangrijk om als docent te beseffen dat dit de inschatting van een leerling is en dat er altijd leerlingen zijn die zichzelf over- of onderschatten. Maar door de meerkeuze vragen heb je al wel kunnen zien welke leerlingen het inderdaad beheersen.
Vervolgacties bepalen
Afhankelijk van het aantal leerlingen die extra uitleggen willen, bepaal je hoe de volgende les wordt ingedeeld. Bij mij waren dit maar 2 of 3 leerlingen. Hierdoor heb ik besloten om niet direct de volgende les een herhaling te doen, maar de les daarna, zodat de leerlingen eerst de kans hebben om hier zelf nog mee aan de slag te gaan. Deze les zal ik starten met een andere, maar wel vergelijkbare opdracht. Door hier weer een meerkeuze vraag van te maken kan ik zien of ik de gemaakte opdracht uitgebreid moet nabespreken of dat dit niet meer nodig zal zijn.
Al met al een les die me ontzettend veel inzicht gaf en waarbij een grote betrokkenheid van de klas was.
Hier is de sleutelhanger die ik in de les gebruikte.