Wat voor mij een van de belangrijkste lessen is geweest over het formatief evalueren in de klas is het feit dat ik veel meer op zoek ga naar informatie wat leerlingen weten en kunnen in de les i.p.v. dat ik me laat verrassen door toets resultaten aan het einde van een hoofdstuk. Hiervoor gebruik ik verschillende manieren.
Bij een vak als geschiedenis is de voorkennis van leerlingen in de brugklas erg verschillend. Sommige basisscholen besteden er erg veel aandacht aan en andere leerlingen geven aan dat ze weinig tot niks hebben gedaan aan geschiedenisonderwijs (of ze zijn het weer vergeten). Om de leerlingen die al veel weten niet tekort te doen en onder te dompelen in herhaling start ik nu mijn eerste lessen met een diagnostische toets. Dus voordat ik aan de slag ga met in dit geval het onderwerp Jagers en Boeren eerst een check wat ze weten.
Ik heb deze toets gemaakt op It’s Learning. Een medium die ik de laatste tijd gebruik om mijn toetsen op te maken en mezelf nakijktijd te besparen. En dat werkt erg prettig. Ik gebruik niet de toetsmodus die ervoor zorgt dat leerlingen niet op andere sites kunnen want dat loopt de toets nog wel eens vast. Maar ga achterin de klas zitten zodat ik alle schermpjes zie. Bij een diagnostische toets hoef ik niet als een havik op leerlingen te letten. Ik geef immers aan dat ik de uitslag gebruik om mijn lessen beter in te richten.

formatieve toets

formatieve toets
Wat ik vervolgens doe is dat ik aangeef welke onderwerpen ik ga behandelen. Dit zijn de onderwerpen die door meer leerlingen niet goed zijn gegaan bij de toets. Zo constateerde ik dat bijna de meeste fouten de jaartallen waren bij dit tijdvak en het verschil tussen prehistorie en historie. De leerlingen die dit al goed hebben gedaan kunnen verder werken met de opdracht. Nu zijn er altijd wel onderwerpen die nagenoeg de hele klas moeilijk vindt. Zo weet ik dat bijna elke leerling het moeilijk vindt om het begrip “bestaansmiddel” te omschrijven. En voor die enkeling die dit dubbel hoort is dit zeker geen ramp.
Deze keer gebruik ik het materiaal van VO content:
Dit materiaal kunnen ze zelfstandig maken en ik kan de lessen meer op maat maken door ze zelf te sturen in de uitleg of deze nodig is. Het grote verschil nu in mijn lessen is dat ik me niet meer laat leiden door het feit dat sommige leerlingen wel hun vinger opsteken bij vragen tijdens mijn uitleg en anderen niet waardoor ik voorheen globaal interpreteerde wat ze al wisten en wat niet. Dus door een kleine aanpassing van het starten met kleine toetsen weet ik meer dan voorheen en zijn mijn lessen meer op maat.
Ook een manier om meer te ondervinden wat de hele klas weet i.p.v. de leerlingen die vaak hun vinger opsteken is de ijsstokjes methode. Karin Haarman gebruikt deze methode in de wiskundeles en beschrijft in haar volgende blog wat haar ervaringen hiermee zijn.