Mijn leerdoel voor de komende periode was dat ik mijn leerlingen moest leren over endogene krachten. Onderwerpen als aardbevingen, vulkanen en het ontstaan van bergen. Onderwerpen die leerlingen normaal wel erg leuk vinden. Maar waar ik tot nu toe pas tijdens toetsen echt zag of iedereen het had begrepen. Nu wil ik het dus anders aanpakken. Ik had materiaal gemaakt waarin ik formatieve elementen had ingebouwd. Dit materiaal had ik gemaakt met tips die ik had gehaald uit het boek ”cijfers geven werkt niet” van Dylan William. Zo had ik gelezen dat het uiterst effectief en leerzaam is als ze werk van een ander bekijken en waarderen. Inclusief feedback omdat ze daardoor ook weer anders naar hun eigen werk keken. En de component waarin ik in de les al bekijk of leerlingen het snappen en kennen heb ik toegevoegd.
Om Dylan William te citeren:
Toetst de leraar of leerlingen de lesstof hebben begrepen terwijl ze nog in de klas zijn en er eventueel nog tijd is om meer aandacht aan de lesstof te besteden? Of ontdekt de leraar pas of de lesstof is begrepen bij het nakijken? Vanuit dit perspectief bezien kunnen we het geven van cijfers zien als een straf voor leraren voor het niet controleren van het geleerde toen de leerlingen nog in de klas waren.
Zo moesten de leerlingen verschillende stukjes lezen, filmpjes kijken en vervolgens opdrachten maken inclusief verdiepingsvragen. Zo hebben ze elkaars werk nagekeken en voorzien van een oordeel. Is naar hun mening dit gemaakte werk een voldoende of goed? Of moet hun klasgenoot nog wat aandacht besteden aan bepaalde onderdelen. Daarnaast moesten zij dit oordeel aanvullen met feedback en feed forward. Wat ging goed en wat kan beter? En toen was de tijd op. Kinderen werkten keihard en leken met veel plezier en als een echte ware docent aan de slag te zijn. De dag erna heb ik klassikaal gesproken met ze over de feedback. Hierin is nog wel een slag te slaan. Er ontstond wel een mooi gesprek over wat nou feedback is waar je echt wat mee kan. Hieronder een paar voorbeelden van de feedback die ze elkaar hadden gegeven.
Het volgende onderdeel was tijdens de lessen testen of ze het allemaal hebben begrepen. Ik had online vragen klaargezet over de onderwerpen en deze moesten ze maken. Hieruit bleek dat ongeveer 25% het nog lastig vond en deze groep heb ik nog extra uitleg gegeven. Volgende week laat ik ze dan de vragen nog een keer maken. Een mooie manier om voortgang te meten.
Nog twee onderdelen te gaan om te meten waar mijn leerlingen staan. Ik had van VO content een begrippenlijst gegeven aan leerlingen over oa aardbevingen etc. Met moeilijk begrippen als subductie en convergente plaatgrenzen. Hierover heb ik ze een test gegeven. Ik was verrast over de resultaten, zeker in vergelijking van het begin van het jaar waarin het echte “leerwerk” bij sommigen nog niet goed leek te gaan.
En afgelopen week hebben ze een presentatie gegeven. De verdieping en eigen keuze zal in een presentatie over een onderwerp naar keuze. Zo hadden leerlingen bijvoorbeeld een presentatie gegeven over de aardbeving in Mexico. Ze moesten zelf deelvragen maken (waar ook weer 1 begrip per deelvraag in moest zitten).
Ik zag bij leerlingen plezier, enthousiasme en betere resultaten. Een schril contrast met de brugklas waar in een proefwerk had afgenomen en zag hoe weinig er was blijven hangen ondanks mijn en hun beste intenties. Hier ga ik mee door!