Inmiddels zijn we aanbeland in het derde jaar van onze nieuwe onderwijsstroom Delta waarbinnen wij (Karin en Inge) werken. Een stroom waarin formatief leren een belangrijke rol inneemt. En wij bedachten ons dat we fragmentarisch delen over Delta, maar nog niet een evaluatie hebben gedeeld waarom wij graag op Delta werken en wat naast onze “formatieve” hoogtepunten onze ervaringen zijn.
Het Delta onderwijs kenmerkt zich op een aantal zaken t.o.v. het “reguliere” onderwijs. Leerlingen zitten in heterogene stamgroepen waar zij 3 jaar lang dezelfde mentor hebben. Naast vakken (of domeinen) krijgen leerlingen projectonderwijs. Behalve vak gerelateerde leerdoelen komen hier ook de 21e eeuwse vaardigheden aan bod. We geven geen cijfers, maar feedback en waarderingen en we voeren leerplangesprekken waar de leerling de leiding neemt en ons als ouders/ mentor vertelt welke leerdoelen de leerling heeft en hoe het staat met zijn/ haar ontwikkeling. Wanneer je start met een nieuwe stroom gebeurt dit vanuit een bepaalde ambitie/ een bepaalde droom. En zoals bij vele veranderingen gaat dit gepaard met groeipijn, fouten maken, erom lachen en erom huilen. Want iets omgooien wat je al jaren doet is niet gemakkelijk. Individueel als docent, maar ook als team.
En dan nu? Wat ervaren wij als docenten? Wat krijgen we terug van ouders en leerlingen? Voor ons is de belangrijkste meerwaarde het contact met leerlingen. Vanuit het contact en elkaar door en door kennen zien wij leerlingen en onszelf groeien. Omdat wij als mentor/docent onze leerlingen al voor het derde jaar kennen, (inclusief huisbezoek) kunnen wij beter inspelen op hun leerbehoefte. Door met leerlingen in gesprek te gaan (didactisch coachen) merken wij dat wij niet tegenover de leerling staan maar naast de leerling. Willen wij daarmee zeggen dat wij voorheen niet echt contact maakten met leerlingen? Nee, zeker niet. Maar er is wel een verschil of je leerlingen 1 jaar hebt voor alleen je vak. Of in ons geval dat wij onze leerlingen zien bij mentor les, project, onze vak lessen en bij de werktijd.
Wat zijn dan onze uitdagingen? Hoe geef je projectonderwijs dezelfde meerwaarde als een “gewoon” vak. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen wel in de leerstand komen als er geen “harde onvoldoende” tegenover weinig leren staat? En de component tijd. Waar je moet ontwikkelen heb je tijd nodig. Met best een regelmaat je eigen (Netflix😊) tijd. En wat zijn hiervoor dan de oplossingen? In veel gevallen het gesprek. In gesprek met ouders en leerlingen de vraag hoe het komt dat het met leren (nog) niet lukt. Het gesprek met collega’s hoe we het projectonderwijs naar een steeds hoger niveau kunnen tillen. Het gesprek over tijd met directie waarnaar er tijd vrij werd gemaakt (middels subsidie) om verder te ontwikkelen.
En de belangrijkste factor om dit type onderwijs te laten slagen; bereid zijn om van elkaar te leren. Zo hebben twee van onze collega’s een project Zenden en Ontvangen geschreven. Een prachtig afwisselend project met leerdoelen van Nederlands en Biologie. Met 21e eeuwse vaardigheden (maken van een website) en een zeer duidelijke docentenhandleiding. Wanneer wij een project moeten (her) schrijven kijken wij naar hun werk. Wanneer er zaken binnen onze vak lessen niet lopen gaan we in gesprek met elkaar. Hoe doe jij dat? En wat kan ik van je overnemen? Of als team; hoe geven we de werktijd vorm inclusief voldoende structuur zonder de leerlingen hun eigen verantwoordelijkheid af te nemen? En de belangrijkste; in gesprek met onze leerlingen. Wat gaat goed en wat kunnen wij beter doen?
Zijn we er al? Nee gelukkig niet. We blijven leren. Kunnen we aan de hand van harde cijfers zien of we op de goede weg zien? Ja, als we kijken de waarderingen van leerlingen zien we nagenoeg een stijgende lijn bij onze leerlingen. Kunnen we nog op een andere manier zien dat we op de goede weg zijn. Ja; de component sfeer. Die is niet uit te leggen, die kan je alleen ervaren. En hoe mooi blijft het als leerlingen aan het begin van de les vragen wat de leerdoelen zijn van de les. En vol spanning wachten op je nagekeken exit ticket. Niet omdat er een cijfer op staat. Maar omdat ze benieuwd zijn of ze wat geleerd hebben.
En wanneer wij gastsprekers krijgen (en dit is regelmatig) krijgen wij terug wat een geweldige sfeer er is in de klas. Vorig jaar kwam er een gastspreker en die kwam regelmatig op scholen maar was ontzettend ontroerd door de sfeer die hij in de klas trof en de interesse en respect naar hem toe. Dan zijn wij als team ontzettend trots.