Aan de vooravond van de invoering van Delta hebben wij in de stuurgroep besloten een aantal vakken samen te voegen in domeinen. De vakken Geschiedenis, Levensbeschouwelijke vorming, Aardrijkskunde en Economie werden zo samengevoegd in het domein Mens en Maatschappij. De vakken scheikunde, natuurkunde en biologie werd Natuur en Techniek. En de vakken muziek, beeldende vorming en tekenen en expressie is nu Kunst en Cultuur.
De eerste stap die wij vervolgens gingen zetten was om met 4 collega’s van elk vak ons curriculum vorm te geven. Zoals we eerder aangaven in ons blog “de voortgang inzichtelijk maken met een beoordelingssysteem” gebruikten wij hiervoor de leerdoelenkaarten van het SLO. Voor het VMBO was het domein Mens en Maatschappij al beschreven. Maar het havo/ vwo bestond nog niet. Wij kozen ervoor om de 10 tijdvakken van geschiedenis als rode draad te kiezen. En de leerdoelen van de andere vakken daarop te laten volgen. Niet ieder leerdoel hoeft uiteindelijk binnen onze lessen behandeld te worden. Want binnen de projecten kunnen wij ook leerdoelen behandelen. Zo zijn er projecten “arm en rijk” en “weer en klimaat”. Hier worden veel aardrijkskundige leerdoelen behandeld. Om tot een logische aansluiting van vakken te komen was het, het makkelijkst om als eerste aansluiting te zoeken vanuit LV. Als we bijvoorbeeld de middeleeuwen behandelen volgde op dit onderwerp de Islam. En vervolgens keken we naar de aansluiting vanuit de Aardrijkskundige/ Economie doelen. Vaak liep het mooi in elkaar over en was er veel overlap. Soms komen we uit op een apart onderwerp zonder aansluiting bij het tijdvak. Vervolgens hebben onze collega’s economie en LV voor ons uitgeschreven welke hoofdstukken uit de methodes aansloten bij onze leerdoelen. Of hebben we met elkaar opdrachten/ materiaal geschreven.
Nadat wij per periode (wij werken in 5 periodes) de leerdoelen vast hebben gesteld, zijn we gaan nadenken over lesmateriaal. De methodes van Mens en Maatschappij hadden wij bekeken maar deze spraken ons niet aan en sloten ook niet aan bij onze visie van ons vak. Bovendien werken wij binnen Delta met klassensets. Leerlingen maken zoveel als mogelijk hun huiswerk op school en nemen alleen voor eventueel leerwerk een boek mee naar huis. (veel vakken werken digitaal). Wij kozen voor Memo voor de geschiedenis doelen, voor 5 religies in Nederland voor LV en voor Pincode voor de economie doelen. Voor aardrijkskunde schrijven wij ons materiaal zelf of gebruiken we VO content.
Vanuit de gedachte van het formatief evalueren ronden wij niet elk leerdoel af met een toets. Samen met mijn collega waar ik Mens en Maatschappij mee geef bepalen wij op welke manier wij per periode de leerdoelen willen toetsen/ afsluiten. Over het algemeen betekent dit dat wij een mix zoeken van afronden. Iedere periode zit er wel een summatief toets moment in. Hierin willen wij ze bewust trainen/ helpen met bijvoorbeeld inzichtelijke vragen over bv. oorzaak/gevolg, verbanden leggen etc. Maar ook kennis die wij nodig achtten om echt verder te kunnen met het vak komt hierin terug. Ook laten we ze presenteren, een artikel schrijven of een spel ontwerpen om aan ons aan te tonen dat ze bepaalde leerdoelen beheersen. Het grote verschil met onze oude manier van werken is dat we niet langer ons boek leidend maken voor onze lessen, maar de leerdoelen. En de vervolgstappen bestaan uit materiaalkeuze en manier van toetsen kiezen. Waarbij we ook per manier nadenken hoe we leerlingen feedback geven en welke rol we medeleerlingen geven in de feedback. Daarnaast is ook een groot verschil dat wij niet meer genoegen nemen met een NNV (Nog niet voldoende). Leerlingen leveren werk opnieuw in na bijvoorbeeld feedback van medeleerlingen of van ons. Maar ook toetsen worden herkanst. Zo schrijven we ook Rubrics om aan leerlingen te laten zien waar we op letten als we ze een waardering geven. Waar we nog een slag in kunnen slaan voor ons vak is om samen met leerlingen succescriteria vast te stellen. Zo hopen we ze meer eigenaar te laten voelen van hun product/ leerroute.
Na elke periode geven wij leerlingen feedback en een waardering (NNV, V en G) Naast de tussentijdse feedback (geschreven of bijvoorbeeld via It’s Learning). Wij gaan ook in gesprek met leerlingen wat zij prettige feedback vinden (of feed-up/ feedforward). Waar kunnen ze echt mee verder en wat helpt ze bij het leren? En deze feedback kunnen zij vervolgens ook weer als bewijs aandragen tijdens het leerplangesprek waarin zij presenteren hoe het gaat binnen de vakken/ projecten. Maar ook waarin zij benoemen hoe het gaat met hun persoonlijk leerdoel van die periode. Al met al een hele verandering in de manier van werken, maar wel één waarin we een grote verhoogde motivatie bij onze leerlingen zien. Bij het onderwerp Jodendom de afgelopen periode heb ik de leerdoelen op het bord gezet. Vervolgens heb ik gevraagd op welke manier de leerlingen aan mij willen aantonen dat ze deze leerdoelen beheersen. Deze ideeën hebben ze vervolgens op www.padlet.com gezet. Gevolg van deze veranderde aanpak; veel meer motivatie en plezier bij mijn leerlingen.